摘要 |
De uitvinding betreft een werkwijze voor het weven van weefsels (501, 502, 601, 602) op een weefmachine, waarbij in opeenvolgende inslaginbrengcycli twee inslagdraden (505, 506, 605, 606) op een verschillend inslaginbrengniveau ingebracht worden tussen kettinggarens (520, 530, 620, 630) die ten opzichte van de inslagbrengniveau's gepositioneerd worden door middel van een drie-standen niet-open gaap jacquardinrichting, waarbij deze jacquardinrichting voorzien is om één of meerdere kettinggarens (503, 504, 603, 604) in opeenvolgende werkingscycli van de weefmachine in een bovenste en/of een onderste stand te houden, en waarbij de genoemde ketinggarens (503, 504, 603, 604) in hun bovenste of hun onderste stand tussen de inslaginbrengniveau's gepositioneerd worden.. Verder betreft de uitvinding een drie-standen niet-open gaap jacquardinrichting en een weefmachine die voorzien zijn om dergelijke werkwijze uit te voeren ,en een werkwijze voor het omstellen van het harnasophanging van een drie-standen niet-open gaap jacquardinrichting volgens de uitvinding.
|