| 摘要 |
De steunrem bestaat uit een veer (B) gelast onderaan de buis (E) en onderaan de ashouder (A) waardoor de as (C) van de voorwielen, bevestigd met een borgpen (F), loopt. De ashouder (A) glijdt in de buis (E). Waanner de gebruiker van een loophulp op de loophulp steunt, zal het voorste gedeelte d.m.v. zijn gewicht dalen. De veer (B) wordt uitgerokken en de rubbere stop (D) zakt tot op de grond. De loophulp staat vast op de grond. Als de gebruiker niet meer steun, zal de veer (B) terug in zijn ruststand keren en trekt de buis (E) terug mee op. De rubbere stop (D) komt terug van de grond en de gebruiker kan weer verder lopen.
|
