| 摘要 |
Een voertuig heeft een laadruimte voor het transporteren van voorwerpen, waarbij boven in de laadruimte een in de lengterichting van het voertuig verlopende transportbaan is aangebracht. Langs de transportbaan is een verplaatsingsorgaan zoals een katrol beweegbaar, waarmee grijporganen zijn gekoppeld om de voorwerpen vast te grijpen. Het plafond van de laadruimte en de daaraan bevestigde transportbaan zijn verticaal verplaatsbaar, zodat tijdens het laden/lossen de verticale afstand tussen de transportbaan en de vloer van de laadruimte groter is dan tijdens het transport. In een uitvoeringsvorm is de transportbaan in zijn lengterichting verplaatsbaar, dat wil zeggen dat tijdens transport, bij gesloten deuren, de transportbaan zich geheel binnen de laadruimte bevindt, terwijl bij het laden/lossen de trasnportbaan tot buiten de laadruimte kan reiken.
|
