| 摘要 |
De kloksignaalbron (C) van de bewakingstimeerketen legt een regelmatig kloksignaal aan een ingang (1) van de poort (G1) en aan een ingang (INT) van de microprocessor. Een spanningstoestand aan de uitgang (1) van de poort (G1) veroorzaakt een hangende terugsteltoestand waarin de tijdsconstanteketen (C2,R5,R6) in de werking van de halfgeleiderschakelaar (TR2,TR3) een vertraging invoert over een welbepaalde periode, die kleiner is dan de kloksignaalperiode. Indien de microprocessor op correcte wijze werkt dan wordt een dienstsignaal, getrekkerd door het kloksignaal, toegevoerd aan de ingang A binnen de welbepaalde vertragingsperiode en wordt er geen terugstelsignaal uitgestuurd. Indien de microprocessor echter in een onbepaalde toestand wordt vergrendeld, dan wordt er aan de ingang A geen dienstsignaal verschaft. Na de welbepaalde periode werkt de halfgeleiderschakelaar (TR2,TR3) die een terugstelsignaal aan de terugsteluitgang B van de processor legt en bovendien de toestand op de uitgang (3) van de poort (G1) verandert teneinde het terugstelsignaal te verwijderen door afschakeling van de halfgeleiderschakelaar. |
