摘要 |
Het is bekend om de breedte/hoogte verhouding (aspect ratio) in ladingsgekoppelde beeldopnemers in te stellen door aan weerszijden van de opneemmatrix een aantal kolommen wel of niet te gebruiken. Op deze wijze is het bijvoorbeeld mogelijk om, uitgaande van een opnemer met een aspect ratio van 16/9, corresponderend met een breed-beeld TV, de aspect ratio te verlagen naar 4/3. Deze verkleining van de breedte verlaagt, naar in de praktijk te gebleken, de kwaliteit van de opnemer in de 4/3 mode. Volgens een aspect van de uitvinding wordt uitgegaan van een FT-opnemer met een aspect ratio van 4/3, die in de 4/3 mode wordt bedreven als een 4-fase CCD. Voor de 16/9 aspect ratio wordt de hoofte van de opnemer verlaagd door een aantal lijnen niet te gebruiken. Daartoe wordt de opneemmatrix als een 3-fase CCD bedreven waardoor het aantal lijnen in verticale richting groter wordt. Door het surplus aan lijnen niet als video-informatie te gebruiken, wordt de aspect radio verrassenderwijs praktisch gelijk aan 16/9 bij gelijk blijvende breedte en een constant aantal lijnen in verticale richting. Om de opneemmatrix A als een 3-fase en als een 4-fase CCD te bedrijven, zijn... |